zondag 27 februari 2011

el salvador video

zotte salvadoranen, een paard gemaakt uit bamboe volgestouwd met vuurwerk om tussen de mensen te lopen. Alleen maar om een vulkaanuitbarsting te herdenken. Ik ben heel blij dat ik dit mocht doen. Het was zelfs niet zo moeilijk. Ze vinden toch niemand die gek genoeg is.



www.flickr.com

dinsdag 22 februari 2011

El Salvador

Vanaf het eerste moment prijs. De grensovergang ligt bovenop een bergpas. Het is vooravond en bij zonsondergang suizen we naar beneden met zicht op een fantastisch landschap gehuld in een oranje gloed. Volledig anders, de bergen liggen verder uit elkaar, reiken nauwelijks boven de 1000m en zijn verbonden door prachtige uitgestrekte valleien en meren.
We zien tijdens ons eerste uur al wandelaars, joggers en fietsers, een teken van enige rijkdom. Later blijkt het vooral de familie in USA te zijn die wekelijks geld opstuurt

En het blijft prijs. Hier vinden we onze mooiste kamer en weiger ik voor het eerst in mijn leven een kamer omdat er naast ons ook een nest vleermuizen in wil wonen.
Hier is een reuzenrad geen romantisch wiel om van het uitzicht te genieten maar een vliegend projectiel van bedenkelijke kwaliteit aangedreven door een automotor. 100 maal vollen bak vooruit schieten en dan 100 rondjes achteruit vallen, complete waanzin.
Hier worden we na 19u in ware kamikazestijl door het leger naar huis gebracht om gangs te ontwijken en worden we verteld in welke straten we niet mogen komen.
Hier mag ik voor levende vuurwerkstandaard spelen op een cultureel spektakel en trots zijn op mijn brandwonden.
Hier zijn er tropische stranden met golven van wel 8 meter.
Hier zijn er koloniale bergdorpen met culinaire festijnen op zondag.
Hier zijn er warmwaterrivieren en over het hele land een lijn vulkanen.
Hier kun je met een beetje geluk in de hoofdstad overvallen worden.

Wat een transitlandje moest zijn werd een verblijf van 3 weken waarbij we rondjes rijden om alles te kunnen zien. De natuur is adembenemend en de mensen oprecht blij om een toerist te zien. De eerste dag vragen we op straat waar we een wegenkaart kunnen vinden en een uur later staan ze onverwacht met 8 mooi aan elkaar geplakte kleurenprints aan onze deur. Na afgifte van originele muntjes (nu is de betalingseenheid dollar) willen ze ons perse meenemen om het nationaal gerecht te proeven: pupusa's, gefrituurde gevulde pannekoeken.
De politie wil ons uitdrukkelijk begeleiden naar bezienswaardigheden en als je de weg vraagt leiden ze je voor. Als je nog maar denkt de weg te vragen staan ze al voor je neus klaar om te helpen.
We wisten dat El Salvador fijn zou zijn en het was nog beter.

Honduras: Gewapend en oprecht chaotisch

De lucky ones hebben een winkeltje, de beetje lucky ones een standje op het voetpad, de minder lucky ones een standje op straat en de unlucky ones een standje in een kruiwagen, kinderkoets of fiets. De sukkelaars lopen rond op straat met een draagbaar standje. Bedelaars zijn er niet, werkloosheid onbestaande. Het volledige stadscentrum is een grote braderij, chaos en armoede alom tot in de hoofdstad Tegucigalpa toe waar de lokale Meir voor de helft uit tweedehandswinkels bestaat.
De sfeer is druk, groezelig en bedrukt.

Wat mooie Caraibische stranden zouden moeten zijn zijn zo verloederd dat we zelfs onze teen nog niet in het water willen steken en dat bij een deftige 35 graden.

Maar gevaarlijk, wel eigenlijk voor ons toeristen niet al doet het er wel toe dat alles hier van hand tot tand bewapend is. Wegenwerken of restaurants, overal zijn bewakingsagenten aanwezig met afgezaagde tweeloop. Bij de bakker staat een bewaker bijna als charmezanger aan je tafel luchtgitaar te spelen op zijn karabijn terwijl je er een taartje eet. Marktpleinen zien eruit als oefenterrein van het leger alsof er elk moment een volksopstand kan uitbreken. Zelfs de nog jezusloze kerststal wordt voorzien van 3 politieagenten. Maar het went, langzaam.

Niet zo vriendelijk, vrolijk en kleurrijk als Mexico maar we zagen ondertussen al zoveel mooie steden dat het fijn is om tussen de choas te fietsen, tussen geweren en wildemannen, om te laveren tussen de kraampjes en opdringerige verkopers.

De ruines van Copan is de laatste Maya site op onze route, tot onze verassing met de fijnst afgewerkte beelden. De tempels zelf zijn in slechte staat in vergelijking met de andere sites die we bezochten.

We fietsen terug de zachte heuvels in die langzaam overgaan in kleine bergen, op pad naar El Salvador.

zaterdag 18 december 2010

Belize

Zo groot als België met 250 000 inwoners, en wat voor inwoners! Een onvoorstelbare mengelmoes van culturen die in geen enkel opzicht te vergelijken vallen met enkel het land waarin ze wonen als gemeenschappelijke deler. Naast de inheemse Mayabevolking, de geïmporteerde Kreolen en gemengde Mestiezen, is een vijfde van hen Garifuna: Westafrikanen die door de Engelsen verdreven zijn geweest en zich verder ontwikkeld hebben tot rasta's. "Yo men, take it slow"
Een tiende is mennoniet, Duitse of Nederlandse 'wedergeborenen' die in de 17de eeuw uit Europa gevlucht zijn en nog steeds in hetzelfde tijdperk lijken te leven. Ze verafschuwen vooruitgang, verkiezen paard en kar, gebruiken geen electriciteit, leven in traditionele huizen, dragen traditionele kledij en koesteren traditionele gebruiken zoals met de hand het land bewerken, pure zelfkastijding als je het ons vraagt.
Maar dat is niet alles: 12 jaar geleden werden er massaal Taiwanezen opgestuurd onder het mom van gezondheid en vrijheid. Ondertussen bezitten ze allemaal een eigen supermarkt(je) en hebben ze zowat de hele Beliziaanse buisiness in handen. Tel daarbij economische vluchtelingen uit heel Centraal Amerika, Pakistani en Indiërs die nooit in USA geraakt zijn, Europeanen die het bij ons te bont gemaakt hebben en last but not least een hoopje Amerikanen die Belize als Benidorm gebruiken...
Beeld het je in: in de supermarkt van de hardwerkende doelgerichte Taiwanees staan ze allen naast elkaar. Ons gezond verstand kan er niet bij, en toch: het werkt!

Het land zelf is een strookje paradijs aan de Caraïbische zee. Orkaan Hattie heeft de hoofdstad in 1961 weggeblazen en dus hebben ze haar 50km landinwaarts, waar er niets te beleven valt, herbouwd in gloednieuw beton. De voormalige hoofdstad is nu 1 grote suburb gevuld met alle mogelijke sukkelaars. De andere steden zijn zo groot als Rollegem-Kapelle. Toch moeten we opletten: wat overdag het paradijs lijkt verandert ´s nachts in de hel. Eenmaal het duister valt zitten we fraai te wezen in onze gebarricadeerde kamer.

De helft van wat we willen bezoeken is een maand geleden weggeblazen door orkaan Richard maar gelukkig bleef het Caraïbische eiland dat we uitkozen tot rustoord voor 1 dag gespaard van dergelijke ellende. Witte stranden, palmbomen, kristalblauw water en snorkelen tussen haaien en roggen.. een mens kan het veel slechter treffen.

donderdag 9 december 2010

De tropen

De tropen zijn maf: bananen, ananassen, palmbomen, papegaaien, apen, jungle, regenwoud, tropische stranden, een massa mayasites en natuurlijk de Mexicanen. Prachtig! We hebben Noord Amerika verlaten en zijn Centraal Amerika ingerold. Een nieuw leven begint. We zijn verhuisd met 1 afdaling. De koloniale steden liggen achter ons, de bergen zijn verdwenen, de koele temperaturen verleden, het puffen op berghellingen gedaan en de sites van tolteken, azteken en onbekende teken zijn niet meer.
Normaal gebeuren dergelijke overgangen voor de fietster langzaam, deze keer was het abrupt, zeer abrupt. Gisteren sliepen we nog in onze winterslaapzak, vandaag is zelfs een lakentje teveel. Truien, muts, handschoenen en slaapzak hebben we ritueel ergens diep in onze fietstassen weggestopt om ze pas binnen enkele maanden aan de voet van de Andes terug op te vissen.

We fietsen voor het eerst langs de Golf van Mexico. Met paradijselijk uitzicht, azuurblauwe zee, parelwitte stranden en palmbomen maar even goed bijtende armoede.. Tot daar het paradijs, het lijkt eerder een mooi verpakte hel.
Langs de ene kant van de hutjes ligt een berg coquilles, langs de andere een berg kokosnoten. Op geregelde tijdstippen neemt een orkaan de coquilles, de kokosnoten, de hutjes en zelfs de weg mee om het hele boeltje een eindje verder op de parelwitte stranden te droppen. De enige mogelijkheid is dan ook te rijden door mensen hun stukje erf, mooi bewaakt door een touw, principe tolweg: een muntje betalen en dan mag je 100m over de met kokosnoten verstevigde zandweg rijden. De hele familie wacht, bungelend in hangmatten, op muntjes, een schrijnend zicht.
Eenmaal 18u veranderen de tropen in een muggenparadijs - muggenspray is de eau de cologne van het kamperen - en 's nachts valt het water met bakken uit de hemel waardoor alles omgetoverd wordt in een modderpoel. 200km kust, zinderende hitte en pakkende armoede zodat we zelfs geen zin hebben om te zwemmen. Dus terug landinwaarts. De armoede blijft en we krijgen er nu ook de chaos bij.

In de steden laveren we tussen riksja's, verkopers, auto's, dieren, putten in de weg, politiepatrouilles (de drugsoorlog u know) en reklamebrommers( brommers die de hele stad doorkruisen met achteraan een grote schetterende box met reklame voor de plaatselijke middenstand). Bedelaars zijn verdwenen, iedereen heeft hier nu zijn eigen handeltje midden op onze weg. We hebben ogen en oren tekort om alles in ons op te nemen. Chaos alom, een chaos die enkel plaats maakt voor perfect georganiseerde mayasites. We bezoeken er massa's, rijden er zelfs 100den kilometers voor rond.

De sites zijn een dubbeltje op zijn kant: hoewel Chichen Itza een nieuw wereldwonder is en veel bouwwerken machtig zijn, blijft het soms een hoop stenen. Het is pas door de bezoeken aan de vele mayamusea en onze verbeelding dat de ruines tot leven komen en hun grootsheid zichtbaar wordt.
Het is vooral de omringende jungle die de sites zo grandioos maken. Het is machtig om op de top van een tempel, op zo'n 30m hoogte, brulapen te horen brullen, door de meest kleurrijke vogels begroet te worden en de zon te zien ondergaan en opkomen waarbij je 's nachts in een hutje onder de kletterende regen slaapt.. het is onbeschrijfelijk.

Goed gek mag dan terug veranderen in best wel fijn. We zijn nu 100 dagen en 5500km onderweg.

donderdag 4 november 2010

waanzin in de bergen

Afzien met plezier ga ik veranderen in "goed gek". Het hoogplateau waar we op fietsten is weggevallen maar de bergen zijn gebleven en we moeten erover, zonder pardon. Voor ons liggen massieve bergen en dat is des duivels, de hel voor onze benen. Stel je voor, bergetappes uit de tour de france met een stalen ros en 40 kg bagage. Een beetje waanzin dus. De eerste bergpas hadden we niet zien aankomen en vlotte goed. De tweede waren we voorbereid en ging nog beter. De derde heeft ons gekraakt en na 2 dagen dood op een hotelkamer kozen we voor 4 en 5. goed voorbereid weliswaar. Zo goed dat we een spaanse bergwoordenschat ontwikkeld hebben, googlemaps ons bijna een beloning gaf en onze kaarten uiteenvielen van't zweet. In de reisgids staan 2 woordjes "exhilirating road". Caramba 20 km meer dan 10 procent stijgen. We zijn naar boven gekropen. 100 meter fietsen, 100 meter wandelen, sterven, 100 meter fietsen, wandelen, sterven... Het eerste uur zing je nog " what goes up must go down". Het tweede uur is al een beetje serieuzer. Het derde uur wordt het langzaam ijl in je hoofd en't vierde uur zing je vlaamse schlagers uit volle borst,puffend weliswaar. "'k zit op het dak van de wereld" en "boven de wolken is de hemel altijd blauw". Het lichaam sterft langzaam af en dan woehaaaaaaaa: de top. En waarempel, hier zijn we effectief boven de wolken en inderdaad vanaf vandaag kan ik het beamen "boven de wolken is de hemel altijd blauw". Na 2 seconden dalen is alle leed vergeten en ben je aan het roepen en tieren, euforie, gelukt, gepasseerd en voorbij. 's Werelds meest megalomane roetsjbaan ligt voor ons. we staan op 3000 meter en voor ons liggen de tropen op welgeteld 0 meter.

Een tekstje over de ultieme schoonheid van de natuur, de mexicanen, de steden en de archeologische sites is voor de volgende keer als we een beetje uitgezweet zijn.

vrijdag 15 oktober 2010

mexico

Welgeteld 1 minuut heeft het geduurd om Amerika te vergeten!
De knappe douanierster in een strak pakje met geweer over de schouder plukt ons van de bus. yep uitverkoren. Ik zeg Bel-chica en ik mag haar volgen naar haar kantoortje. Op haar rug staat poes (policia estatal). In haar kantoor staat een groot verkeerslicht. Ze wijst me naar een grote knop. Ik mag duwen. Het licht begint te knipperen, tuiten en fluiten en springt uiteindelijk op groen. Bingo, onze bus mag doorrijden zonder controle.
De tweede minuut staan we in Zacatecas. Mexico is vandaag 200 jaar onafhankelijk, fiesta! Ik dacht dat wij konden feesten maar de mexicanen, amai, die kunnen feesten. Hierbij zijn de gentse feesten een rusthuistheekransje. De mannen vormen een haag rond het marktplein waar de meisjes doorlopen in hun meest sexy pakjes. De meisjes(intelligent als overal)wandelen rond, niet 1 toertje maar tientallen toertjes om te kijken wat in de aanbieding staat. De mannen zetten hun beste beentje voor. Ze draaien in het haar van de meisjes, strooien confetti en bieden roosjes aan. Als het begint te klikken, na verschillende toertjes, huren ze een muzikant in om de romantiek een duwtje te geven en bingo. Na enkele uren is't spel in gang. Tijd om te swingen. Niet minder dan 8 fanfares vrolijken de boel op. De verse koppeltjes springen in't rond. Voor een toerist onbegrijpbaar. In mijn ene oor hoor ik een fanfare maar ook in mijn ander oor en dan nog een fanfare tussen mijn 2 oren met rondom ons geswing, romantiek en gelik. De fanfares geven de hele nacht niet op, ze hebben er een ongelooflijk plezier in. Zo zagen we een fanfare met 12 man die melodrama stond te spelen rond een kotsende vent, een fanfare in roze pakjes die een bejaard koppel romantisch naar huis begeleidde en een fanfare in maatpak die ons deed dansen. En dan spraken we nog niet van de huurbare muzikanten en van't vuurwerk. Ze maken hier installaties met radartjes, kleurtjes en fonteintjes, of beter fonteinen. De helft van de mexicanen gaat naar huis met brandwonden die ze als eretekens beschouwen. Bam, we zijn in Mexico, fiesta niet voor een dag maar een week. Rodeo's,stierengevechten,optochten,kermis,feest en braderie. Alle mannen onderweg met een lederen zak tequilla en hun verse verovering in een strooien rokje(i wish). Het zal ons later blijken dat de mexicanen altijd een beetje uitgelaten zijn in het weekend. Iedereen op straat. De helft om uit te blazen van een zware werkweek, de andere helft om dingen te verkopen.

En dan waren we nog niet beginnen fietsen. Een beetje leuk oponthoud want de mexicanen houden van drinken, rijden en rally in 1 keer. We waren gewaarschuwd. Het blijkt beter mee te vallen dan verwacht. Ze kunnen goed drinken en zijn goeie rallypiloten, zelfs uiterst vriendelijk en lieve chauffeurs. Vertragen, zwaaien en uitwijken voor ons. Voor hen die dat niet van plan waren zijn er de miljoenen vette vluchtheuvels. Verplicht vertragen en de ideale plaats voor bedelaars om met een vlagje en spaarpot muntjes te verzamelen of verkopers met dingen om te versassen. Hetzelfde aan de verkeerslichten. Het is bijna spektakel. En waw, wat een route! Amerika is vergeten. We fietsen op een hoogplateau boven de 2000 meter. Langgerekte valleien met oneindige wegen, tussenin prachtige koloniale steden aangelegd door de spanjaarden die steeds in een put liggen. De dag eindigt met een roetsjbaan en s'morgens klauteren we omhoog. Het is fantastisch geworden. Overdag peddelen we in een prachtige natuur, langzaam klimmen en dalen met elke vallei een nieuwe verrassing. Soms dor, soms landbouw, soms cactussen, soms bloemen en vergezichten om u tegen te zeggen. Soms zien we de stad 50 km verder liggen en weten we wat ons te doen staat. Soms worden we overvallen en beloond met afdalingen en soms mogen we een hele dag langzaam klauteren of een hele dag langzaam dalen. Het enige wat ons parten speelt is de wind. We hebben terug een tropische storm en dat kan bijten. Een ganse dag bergop tegen wind, maar opgeven, nee daarvoor is het te mooi. Afzien met plezier heet dat.

En dan is er de avond. We zijn voor de veiligheid verhuist naar hotelkamers en zijn nu s'avonds in de stad. De mexicanen leven als de spanjaarden s'avonds op straat. Veel eetstandjes,cafeetjes,terrasjes en levendige stadsparken in de koloniale steden vol prachtige oude mooi verlichte gebouwen, elke dag opnieuw en dat is het voordeel van de fietser. Wij kiezen niet. De route,de wind en de benen bepalen voor ons. Wij kunnen gewoon gelukkig zijn met wat we krijgen. Soms koloniale hotels met bravoure en de volgende dag een verloederde achterkamer uit de middeleeuwen met kakkerlakken waar de huisbaas met de vloerborstel de lavabo nog vlug eens uitveegt. Soms komen we in een heel stille stad maar de dag erna is het feest in een onooglijk dorpje. Wel zijn er overal de mexicanen, heel zorgzaam en vriendelijk voor elkaar en voor ons. We kunnen er iets van leren.

We rijden langs mexico city en verbinden vanaf hier al de mogelijke sites van tolteken azteken en zapotheken